Abscis Architecten -

Renoscripto

Abscis, geen eigen stijl, wel een eigen werkmethodiek

Nope, geen Jurassic-Park-effect. De warme kop koffie trilt geen moment wanneer een intercity trein op grote snelheid luttele meters verder voorbij dendert. Vanuit de vergaderzaal geniet ik van het exclusieve uitzicht, verzekerd door een gevelgroot glasraam. Doorgetrokken van vloer tot plafond. Uiteraard. De ideale plek voor een inspirerend groepsgesprek met de vijf vennoten van het Gentse bureau Abscis Architecten: Frank Van Kerckhove, Piet Van Cauwenberghe, Johan Van den Driessche, Dieter De Clercq en Lieven Louwyck.

“A multidisciplinary source of creative solutions in architecture and urban development.”

X-COÖRDINAAT

Frank Van Kerckhove: “Abscis ontstond in 1987. Piet, Johan en ik, drie studievrienden uit het Stedelijk Hoger Instituut voor Architectuur en stedebouw (SHIAS) in Gent, besloten samen te werken in de Gentse Visserij. Onze oorspronkelijke ‘kostenassociatie’ groeide al snel uit tot een steeds intensere samenwerking die in ’88 officieel bekrachtigd werd door de oprichting van een gezamenlijk architectenbureau: Abscis Architecten.”

“In de naamgeving werden verschillende begrippen verbonden: architectuur, bouwen, interieur, stedenbouw en constructie. De naam verwijst bovendien naar de x-coördinaat, de meetkundige afstand xP tot de y-as.”

“Het zwaartepunt van onze oorspronkelijke actieradius lag de eerste jaren in het ontwerpen van woningbouw en het opstellen van bouwdossiers voor buitenlandse niet-gouvernementele organisaties. Zoals een ziekenhuis in Pakistan en talrijke scholen in ontwikkelingslanden. Dankzij de juiste contacten bij de Regie der Gebouwen kon ons bureau ook twee grote postgebouwen realiseren. Zo deden we ervaring op in overheidsopdrachten zonder politieke kleur te bekennen. Iets wat voor de wet van 1996 betreffende de openbare aanbesteding van overheidsopdrachten maar enkele Belgische architectenbureaus gegund was. Na deze wet bleek onze opgedane ervaring een belangrijke troef.”

“Zeven jaar na oprichting werd Abscis via een internationale architectuurwedstrijd geselecteerd voor de eerste grote opdracht: een studentenhome aan campus De Sterre in Gent. Later volgde Campus Arenberg voor de KU Leuven. Sindsdien ging het snel. Ons architectenkantoor verhuisde naar het voormalige station van Sint-Denijs-Westrem, een geklasseerd gebouw, waaraan onlangs een uitbreiding in zichtbeton werd toegevoegd. Het team werd uitgebreid met een 40-tal medewerkers. En de drie ‘founding fathers’ kregen twee jongere vennoten aan hun zijde: Dieter De Clercq en Lieven Louwyck.”

VISIE

“Abscis is nu uitgegroeid tot een multidisciplinair architectenbureau met een ruime ervaring in uiteenlopende architectuuropdrachten. Woonprojecten en kantoren, school- en universiteitsgebouwen, rust- en verzorgingstehuizen. Zowel nieuwbouw als renovatie. Deze bewust gekozen diversiteit maakt van elke opdracht een nieuwe uitdaging.”

Lieven Louwyck:“Ons architectenbureau identificeert zich niet met een eigen stijl. Onze ontwerpen ontstaan steeds in dialoog met de opdrachtgever, via een wedstrijdprocedure of een interactief studie- en groeiproces. De noden en wensen worden vertaald in herkenbare en unieke realisaties, waarbij gericht onderzoek wordt gevoerd naar een vernieuwende vormgeving, eigentijds materiaalgebruik en een verfijnde detaillering.”

“We kaderen onze opdrachten steevast binnen een bredere ruimtelijke en maatschappelijke context, waarbij economische en ecologische aspecten niet veronachtzaamd worden. Het streven naar een samenspel van én balans tussen deze elementen maakt onze ontwerpen maatschappelijk verantwoord en relevant. De private en publieke gebouwen en ruimtes die we ontwerpen, krijgen op die manier een eigen rol en betekenis in het sociaal-cultureel weefsel van de gebouwde of landschappelijke omgeving.”

Piet Van Cauwenberghe:“In al onze opdrachten trachten we eigentijdse antwoorden antwoorden te formuleren op de ruimtelijke behoeften van vandaag. We vertrekken daarbij vanuit een onderzoek naar de meest actuele thema’s die binnen onze ontwerpvisie de grootste bekommernis dragen: duurzaam bouwen, zuinig omspringen met ruimte, grondstoffen en energie, efficiënt gebruik van beschikbare middelen, onderzoek naar en aanwending van nieuwe technologieën, kwaliteit van publieke ruimte, zorg voor het historisch patrimonium, veiligheid en gezondheid van gebruikers,… Voor elke opdracht worden deze aspecten meegenomen, aangevuld en onderzocht vanuit de specifieke vraagstelling van de opdrachtgever. Ze liggen aan de basis van elk concept,elke schets, elk voorstel.”

TEAMWORK

Frank Van Kerckhove: “Teamwork is erg belangrijk. We zijn geen organisatie met een vaste groep ontwerpers, uitvoerders en administratieve krachten. Al onze medewerkers worden voortdurend gestimuleerd om actief mee te draaien in zowel de ontwerp- als uitvoeringsfase.”

“De algemene leiding is in handen van de vijf vennoten. Ik neem de algemene coördinatie waar. Piet, Dieter en Lieven leiden en begeleiden de onderzoek- en ontwerpfase en Johan coördineert de uitvoeringsdossiers en de uitvoeringsfase. Samen nemen we beslissingen omtrent investeringen, selecteren we nieuwe medewerkers en maken we keuzes op het vlak van voorgestelde projecten.”

“De structuur en de organisatie van het ontwerp- en bouwproces is georganiseerd rond projectteams. Telkens geleid door een projectarchitect en één of twee vennoten. In deze projectteams zitten medewerkers met verschillende specialismen en vaardigheden zoals architectuur,stabiliteit, technieken, communicatie,…”

Dieter De Clercq: “Het samenstellen van het juiste team is erg belangrijk. Om een grootschalig project te realiseren, moet je stedenbouwkundig een dikwijls scheefgegroeide situatie herstellen, een leefbare omgeving creëren en daarbinnen de juiste gebouwen plaatsen. Als je dan met een scala aan gesprekspartners te maken krijgt, van gemeente via sociale huisvesting tot private ontwikkelaar, wordt het helemaal boeiend. Dat vergt natuurlijk een grote communicatievaardigheid. Je moet alle partijen enthousiasmeren, bij iedereen de nodige creativiteit en inbreng losweken, vertrouwen kweken en valkuilen vermijden. Intern vereist dat een goede organisatie. Op het juiste ogenblik moeten de juiste mensen mee aan tafel zitten.”

“De teams volgen het project van begin tot einde zodat ontwerpvisie, dossierkennis en een efficiënte communicatie een constante zijn van de eerste schetsen tot de laatste werfbeslissingen. Dit uit zich ook in een flink uitgebouwd overleg. Met interne en externe deskundigen, opdrachtgever en gebruikers, administraties en vergunningverleners. En met aannemers en installateurs op de werf.”

“Er zijn geen vaste projectteams.  Afhankelijk van de opdracht stellen we het best passende team samen. Ook fysiek. Om de zoveel tijd ziet ons kantoorlandschap er intern helemaal anders uit, want we plaatsen de teams steeds zo dicht mogelijk bij elkaar.” 

WEDSTRIJDEN

Johan Van den Driessche: “Wedstrijden brachten Abscis waar het vandaag staat. Elk jaar nemen we aan 10 tot 15 wedstrijden deel. Gemiddeld 40 % van onze deelnames wordt trouwens met succes afgerond. De succesformule? We streven naar een no-nonsense architectuur. We luisteren naar de opdrachtgever, cijferen ons ego weg – niet altijd makkelijk - en streven naar een oplossing waarin alle aspecten doordacht worden aangeboord.”

“We zijn erg selectief in onze deelnames. Ondoordacht aan een wedstrijd deelnemen s Harakiri plegen. We nemen niet deel aan wedstrijden als niet in een redelijke vergoeding is voorzien voor de geselecteerde kandidaten. We mijden ook wedstrijden waarin het prijskaartje zwaarder doorweegt dan de kwaliteit van het ontwerp. Verder moet de opdracht passen bij de schaal en organisatie van ons bureau.”

Piet Van Cauwenberghe “Wedstrijden zorgen ervoor dat we écht met architectuur bezig zijn. Ze dwingen ons te zoeken naar niet-evidente en vernieuwende oplossingen binnen haalbare doelstellingen: ruimtelijk, stedenbouwkundig, functioneel, technisch, financieel,maatschappelijk,… Ze vormen de perfecte uitdaging die ons dwingt alert te blijven en heel diep te graven om een jury te overtuigen.”

“Een mooi voorbeeld is ons wedstrijdontwerp voor het woon- en zorgcentrumSint-Antonius in Sint-Pieters-Leeuw. We hadden nog nooit een rust- en verzorgingstehuis ontworpen. Maar door na te denken over hoe het ‘WZC van de toekomst’ er moest uitzien, verlieten we de begane paden en charmeerden we de jury met een vernieuwend ontwerp.” 

DIERBAARHEID

Lieven Louwyck: “Eén van de specialisaties waarop tegenwoordig sterk de nadruk ligt, is duurzaamheid. Vooral in overheidsopdrachten speelt dit een steeds belangrijker rol. Duurzaamheid mag echter niet verengd worden tot enkel het energieverhaal. Het is veel meer dan een gebouw dat koste wat het kost de energiekosten binnen de perken houdt.”

“Duurzaamheid gaat over bouwen voor verschillende generaties, over zinvol gebruik, flexibiliteit, herkomst en recycleerbaarheid van grondstoffen,… Hieraan koppelen we ook het sociale aspect: wie maakt het, voor wie en hoe wordt het gemaakt? We spreken in die zin liever over dierbaarheid. Want het menselijke aspect is niet onbelangrijk. Wie een gebouw respecteert, draagt er zorg voor. Waardoor de levensduur verlengt.”

Dieter De Clercq: “Duurzaamheid of dierbaarheid moeten samen met andere elementen zoals inplanting, oriëntatie, organisatie, mobiliteit, leefbaarheid, grondstoffen en afval getoetst worden aan de regels van het gezond verstand, afgestemd worden op de context, de locatie en de gebruikers en besproken worden met de opdrachtgever. Moeten we een oud maar charmant gebouw afbreken omdat het slecht geïsoleerd is? Kiezen we voor een nieuw energiezuinig gebouw? Er is geen sluitend antwoord, geen absolute duurzaamheidsmeter die de juiste oplossing geeft. Het is aan architecten en betrokken partijen om hierin samen de juiste keuze te maken.”

RONSE: CENTRUM VOOR ONDERNEMERSCHAP TIO³

In Ronse stond Abscis Architecten in voor de renovatie en reconversie van het voormalige ‘burgerlijk ziekenhuis’ Campus Delgust tot het TIO³, een centrum voor ondernemerschap, opleiding en ontwikkeling met een bijzondere focus op textiel en innovatie. In dit gebouw kwam een uitgebreid programma met o.a. een auditorium, kantoren, exporuimte, opleidings-, seminarie en incubatiecentrum. Johan Van den Driessche: “Het gebouw had heel wat potentieel. Door zijn uitgesproken vorm was het toonaangevend en beeldbepalend. Bovendien vormt het hoge gebouw het sluitstuk van ‘De Kloef’, een belangrijk ontwikkelingsgebied waarmee de stad nieuw leven wordt ingeblazen. Via het doortrekken van het stadspark naar de heuvels rond de nieuwe textielsite, ontstond een belangrijke centrale as tussen het stadscentrum en de geïsoleerde ziekenhuiscampus.”

KENMERKENDE TEXTIELGEVEL

“Onze opdracht omvatte een duurzame en energie-efficiënte renovatie van het bestaande gebouw. Bij het ontwerp kozen we voor een sobere materiaalkeuze en een strakke vormgeving met behoud van de vormentaal van het bestaande gebouw. We voorzagen het gebouw van een lichte gevelbepleistering met glasstroken. Daarvoor kwam een textielgevel, een opgespannen gaas uit pvc gecoat polyester weefsel, op een metalen onderconstructie. Een primeur voor België.” 

“Deze textielgevel is meer dan een subtiele verwijzing naar de nieuwe functie. Hij verbetert de energieprestaties aanzienlijk. In de zomer zorgt hij voor afkoeling door de luchtcirculatie achter het gaas en het zonwerend effect. En tijdens de winter legt hij een warmtebuffer rond het gebouw.” “Tevens krijgt het gebouw zo een extra dynamische dimensie. Overdag zien we een strakke uniforme gevel. ’s Nachts lichten de achterliggende glasstroken op en krijg je een aparte uitstraling. Het gebouw wordt een nachtelijke landmark voor de stad. De textielgevel laat trouwens voldoende uitzicht toe en wordt gedifferentieerd door twee raamvlakken, één aan elke zijde, die door het weefsel priemen.”

HOGE, KOLOMVRIJE LOKALEN

“Binnenin stripten we het oude ziekenhuis tot op de ruwbouw. De voor die tijd revolutionaire structuur van spanbeton, ontworpen door prof.ir. G. Magnel, bood heel wat voordelen die we in een standaardgebouw meestal niet terugvinden: ruime en voldoende verticale circulatie, hoge ruimtes, grote kolomvrije lokalen, zeer goede toegankelijkheid,... Hierdoor konden we makkelijk het onthaal, foyer en auditorium op het gelijkvloers plaatsen. Evenals een bar en lounge. Door dit alles verkregen we een open en uitnodigende sfeer.” 

“De verdieping onder het gelijkvloers werd een cateringzone met aansluiting op het bedrijfsrestaurant en de ontvangstruimte. Op de eerste verdieping kwam een seminarieruimte en de administratie. De hoger gelegen verdiepingen hebben een eerder semipubliek karakter en huisvesten diverse functies zoals de werkwinkel, loketondernemingen, werkplekken en opleidingsruimtes. Deze zones werden casco aangeleverd en worden nu vrij ingericht naargelang de wensen van de gebruiker.”

“De zesde en zevende verdieping doen dienst als tentoonstellingsruimtes. Hiervinden zowel permanente als tijdelijke tentoonstellingen plaats. Het zijn ‘leerruimtes’ waar bezoekers geïnformeerd worden over alle aspecten van textiel. Bovendien kan je er genieten van een prachtig uitzicht over de Vlaamse Ardennen.”

LEUVEN: HERBESTEMMING FARMACEUTISCH INSTITUUT TOT STUDIELANDSCHAP

De KU Leuven realiseert in het stadscentrum van Leuven een Studielandschap Humane Wetenschappen in een voormalig labogebouw. Een‘Student Space’; een ruimte specifiek ingericht voor studenten.  Waar ze op elk uur van de dag terecht kunnen voor studie, groeps- en individueel werk in een gezellige, informele en stimulerende ruimte. Het gebouw wordt eind dit jaar opgeleverd.

Frank Van Kerckhove: “Het bestaande gebouw is een typisch voorbeeld van functionele architectuur, waarbij de vormvolledig door de toenmalige functie van laboratorium werd gedicteerd. Een goed voorbeeld zijn de oude ‘zuurkasten’ waarin giftige dampen werden afgezogen. Zij vormen nu een bijzonder architecturaal element die het gebouw bijna een kasteelstructuur geven. Het is een bijzonder karaktervol gebouw, waarmee we met het nodige respect omgingen. De bouwkundige ingrepen om dit gebouw tot een volwaardig en hedendaags studielandschap om te vormen, hielden we heel beperkt.” 

“Cruciaal onderdeel was het herdefiniëren van de circulatie die door de herbestemming veel intensiever zal zijn. Ter hoogte van de asverdraaiing tussen het volume aan de Van Evenstraat en de rest van het gebouw, ontwikkelen we een nieuw scharnierpunt. Een knooppunt tussen de verschillende programmaonderdelen. We plaatsten een glazen, transparante doos in het gebouw, licht teruggetrokken achter de bestaande gevel. De buitencontour wordt volledig gerespecteerd. De transparante doos brengt een hedendaags accent binnen het historisch waardevolle karakter en benadrukt op een subtiele manier de ruggengraat van het gebouw.”

HUISELIJKE SFEER

“Het gelijkvloers omvat alle publieke functies: ontmoetingsruimte, bib, infopunt, ICT-shop,... Hier beogen we een informele, bijna huiselijke sfeer. Op deeerste verdieping komen de meer semipublieke, stillere zones. Met vooral studie-  en werkruimtes. Het middenblok wordt op beide verdiepingen ingericht als gemeenschappelijke zone voor de naastgelegen functies: sanitair, kopielokalen, cyberspace en groepslokalen. Het studielandschap zal alle mogelijkheden bieden om op een efficiënte manier relevante en wetenschappelijke informatie te zoeken en te vinden.” 

“Op de eerste, tweede en derde verdieping van het volume aan de Van Evenstraat behouden we de huidige lokaalindeling grotendeels. Door hun wat meer afgelegen ligging, kunnen hier lokalen van verschillende afmetingen aangeboden worden aan verenigingen, bedrijven of spin-offs.”
“In overleg met Monumentenzorg werden de historisch waardevolle elementen in het interieur bewaard. Vooral in één studiezaal blijven de kenmerkende proeftafels behouden.” 
“Belangrijk in dit dossier was dat de KU Leuven afzag van haar recht op overheidssubsidies. Door het lange wachten op de goedkeuring van het subsidiedossier liep het project enorme vertraging op. Om de deadline te halen, werd beslist om toch met de werkzaamheden te starten. Al wist de bouwheer dat hierdoor het recht op subsidiëring verviel. Een jammerlijke zaak en volgens ons een hiaat in de wetgeving ie dringend mag worden aangepakt.” 

GENT: RENOVATIE CAMPUS LEDEGANCK

Piet Van Cauwenberghe: “Wie de laatste decennia studeerde aan de Gentse universiteit kent het complex Ledeganck als een markant modernistisch, maar inmiddels ook sterk verouderd gebouwencomplex. Na meer dan 50 jaar intensief gebruik dringen ingrijpende maatregelen op het vlak van veiligheid, milieuwetgeving, brandevacuatie, technieken en laboratoriuminrichting zich op. Abscis ontwikkelde een masterplan om het kenmerkende gebouw terug te laten aanknopen bij haar vooruitstrevend karakter van de jaren ’60.” 

“Eén van de belangrijkste uitdagingen was het verzekeren van de continuïteit van het gebruik tijdens elke renovatiefase. Daarom moesten we eerst extra ruimte voorzien aan de Sterre om de continuïteit van de werking te garanderen. Het minutieus afstemmen van elke stap uit het masterplan bleek geen sinecure. Maar we zitten op schema.”  

DOOLHOF

“Het grootste probleem van de Ledeganck is het doolhof waar geen student og zijn weg vindt. In ons masterplan focusten we daarom op integrale toegankelijkheid, flexibiliteit, continuïteit  van gebruik, functionele organisatie en zelforiëntatie. Het masterplan werd opgedeeld in vijf ‘Ledstapppen’. Ledstap 1 is de renovatie van de laagbouw, Ledstap 2 de renovatie van de hoogbouw. Beide gebouwen worden gestript tot op het ruwbouwniveau en heringericht.”

“In Ledstap 1 worden de publiek toegankelijke delen van het gebouw op niveau 1, 0 en +1 aangepakt. Vandaag worden zij door de studenten op een heel andere  manier gebruikt dan in het oorspronkelijke concept. Bovendien is er door de grote stijging van het aantal leerlingen een tekort aan auditoria en studieruimte. In het nieuwe ontwerp worden deze verdiepingen grondig aangepakt. We planten nieuwe grote en middelgrote aula’s in, vormen foyers om tot open studielandschappen, werken trappen open en creëren doorzichten door het gebouw van straat naar straat om de zelforiëntatie sterk te verbeteren.”

GLASMOZAÏEK

“In Ledstap 2 focussen we ons op de 50 meter hoge toren, het symbool van de campus. De logisch modulair opgebouwde gevelstructuur die zijn wetenschappelijke functie benadrukt namen we integraal over in het nieuwe concept. Ook de verticale aluminium vinnen behielden we. Deze gevelprofielen zorgen voor slankheid en een spectaculair beeld vanuit de binnenstraat.” 

“De lappendeken van airco-installaties en andere technische installaties die de gevelwand nu ontsieren werden weggehaald. In hun plaats komt een basisconcept met een ‘glasmozaïek’ legpatroon. Een groot gevarieerd vlak op basis van de bestaande modules met een willekeurig legpatroon van glasgroene tinten uit 4 soorten glastypes: helder en opaal glas, licht en donker geëmailleerd glas.” 

“De gevel wordt op een logische manier opgebouwd: voor elke kolom, vloer en koker is een geëmailleerd paneel voorzien, alle ruimten hebben grote ramen van minimum vier heldere glasmodules met zicht op de stad, borstweringen zijn voorzien in geëmailleerd glas en er komt minimum één opengaand uitzetraam per lokaal.” 

“Het legpatroon helder-gesloten wordt pas bij avond duidelijk, wanneer de heldere en opale glasplaten van binnenuit orden opgelicht. Het ogenschijnlijk willekeurig legpatroon wordt dan een gestructureerd systeem met duidelijk afleesbare ramen. Binnenin de toren voorzien we iedere verdieping van een bepaalde kleur. ’s Avonds versterkt dit het lichteffect en overdag vinden bezoekers door deze eenvoudige interne signalisatie makkelijk hun weg naar de juiste verdieping. De chaos wordt georganiseerd.”

“Ook intern zorgden we voor een nieuwe logica. De continuïteit van gebruik in de toren is afhankelijk van de mate van flexibiliteit die wordt ingebouwd in de planindeling. Een zo groot mogelijke uniformiteit zal het mogelijk maken om een specifieke onderzoeksgroep te huisvesten op een willekeurige verdieping van een willekeurige vleugel. Hiervoor ontwierpen we een typeverdieping en werken we met standaard labomodules.” 

GENT: PROWINKO

Abscis stond in voor een retailrenovatieproject in de Gentse Veldstraat. Een gemengd project in het centrum van Gent met winkelruimtes over drie verdiepingen en zeven appartementen rond een gemeenschappelijke daktuin op de tweede en derde verdieping. Het architectenbureau had in zijn ontwerp de ambitie om enerzijds de winkeloppervlakte op de commercieel interessante bouwlagen te maximaliseren en anderzijds bovenliggende kwalitatieve woningen in de historische binnenstad te creëren en leegstaande authentieke woonruimtes te heropwaarderen.

Lieven Louwyck: “De bouwsite beslaat meerdere percelen van het bouwblok tussen de Veldstraat, Sint-Niklaasstraat en Bennesteeg en kan ook langs drie zijden ontsloten worden. Deze opportuniteit wordt in het ontwerp aangegrepen om de  toegangen tot de appartementen los te trekken van deze tot de winkels.”

“Met het oog op de maximalisatie van de winkeloppervlakte realiseerden we twee extra winkelniveaus: ondergronds en op de eerste verdieping. Kantoor- en personeelsruimtes worden op de tussen- en eerste verdieping aan de zijde van de Sint-Niklaasstraat voorzien. Boven de leveringstoegang en nooduitgang. De zeven appartementen worden in twee bouwvolumes onderverdeeld. Beide volumes hebben toegang tot een centrale daktuin, die als gemeenschappelijke buitenruimte ingericht wordt en zo het geheel bindt en het binnengebied van het bouwblok opwaardeert. Voor de binnentuin werd een weinig waardevol pand gedeeltelijk gesloopt.”

“Naar gevelbeeld toe maakten we een duidelijk onderscheid tussen de te restaureren historische panden in de Veldstraat 33-35 en Sint-Niklaasstraat 56-58, en de nieuwe invulling van de te slopen panden van Veldstraat 31 en Bennesteeg. De 19eeeuwse gevels worden gerestaureerd in de geest van de oorspronkelijke toestand terwijl de nieuwe gevels in een moderne architectuur en met duurzame materialen worden opgetrokken. De nieuwe gevel van Veldstraat 31 voorzien we in een natuursteen beplating met horizontaal verspringende en verticaal doorlopende voegen. Op dit moment is er nog overleg tussen stad en opdrachtgever over het uiteindelijke uitzicht van de gevels, maar we hebben er goede hoop op dat er gekozen wordt voor een mooie integratie en contrastwerking tussen oud en nieuw.”

“De asymmetrische compositie van raamopeningen en licht inspringende gevelvlakken brengt diepte en schaal in het massieve geheel en vormt een eigentijds antwoord op de ritmische geleding van de historische bebouwing. Een soort ‘negatieve  frontons. In de Bennesteeg wordt een gelijkaardige compositie voorzien in een hoogwaardige gladde sierpleister. Een materiaal dat zich herhaalt op de achtergevels van de appartementen aan de binnentuin.”

“De stad Gent beperkt zich in haar beleid rond historische gebouwen niet meer tot façadisme. Naast de gevels worden ook de kenmerkende interieurs zoveel mogelijk behouden en geïntegreerd in de nieuwe functies. Op die manier erven de winkelruimtes het karakter van de oude gebouwen. En krijgt de winkelervaring van bezoekers extra cachet. Het beleid is er ook een met gezond verstand. De historische lementen voldoen immers niet  meer aan de huidige normen op het vlak van energiezuinigheid, akoestiek,… Via slimme ingrepen - zoals een voorzichtige ophoging - laat de stad toe om te voldoen aan deze hedendaagse eisen terwijl tegelijkertijd het historisch waardevolle erfgoed behouden blijft.” 

GENT: REDEVCO

Abscis staat in voor de renovatie en uitbreiding van het vroegere Sarma-Priba complex aan de Gentse Korenmarkt. Het bestaande pand moet omgebouwd worden tot enkele grote en middelgrote winkels en een vijftal luxueuze appartementen. 

Dieter De Clercq: “Het project voor de herontwikkeling van het Sarmacomplex bestaat deels uit de renovatie van de bestaande bebouwing en deels uit nieuwbouw. Concreet wordt het gebouw Korenmarkt 3 met hierin het moderne bouwvolume in expo-stijl aan de Donkersteeg, de luifel aan de Korenmarkt en de gevels naar de Korenmarkt en Korte Munt behouden. Niet alleen de gevels worden bewaard maar ook het achterliggende bouwvolume. Niettemin maakten we verschillende voorstudies  voor een nieuwe, eigentijdse gevel om de huidige historiserende gevels te vervangen. Ondanks de weloverwogen inpassing in het historische weefsel en de heraangelegde Korenmarkt, bleken zij stedenbouwkundig echter niet aanvaardbaar. Een emotionele in plaats van rationele keuze.”

“Aansluitend op deze volumes voorzien we een nieuwbouwgedeelte. Hiervoor worden de bestaande gebouwen op Korenmarkt 1 en het naastliggende pand afgebroken, met uitzondering van de gevels. Het nieuwbouwvolume en bestaand bouwvolume worden aaneengeschakeld tot een totaalvolume met doorlopende vloeren op dezelfde niveaus. Het nieuwbouwgedeelte geeft zowel uit op de Korenmarkt, de Kortemunt als op de Hoogpoort.”

“Het Sarmacomplex zal ook in zijn nieuwe gedaante bestaan uit vier bouwlagen en een kelderverdieping. Het gebouw zal onderdak bieden aan een combinatie van handel, leisure, horeca, kantoorlokalen en wonen. Deze functies nemen samen nagenoeg 2/3e van de beschikbare vloeroppervlakte in. Elke handelszaak in het bouwvolume beschikt over een eigen toegang aan straatzijde. De leisure op de vierde bouwlaag is bereikbaar via een lift gesitueerd aan de Kort Munt.”

“Het gedeelte van het projectgebied dat uitgeeft op de Hoogpoort, wordt voorzien van een eigentijdse nieuwbouw, die tevens een antwoord biedt op de logistieke afwikkeling van een dergelijk winkelcomplex in de binnenstad. Verticale raamopeningen worden afgewisseld met lichte vezelbetonpanelen in een soort dambordpatroon. Op de eerste, tweede en derde verdieping komen vijf lageenergieappartementen. Deze blijven eigendom van de opdrachtgever.” 

Bron: Renoscripto nr69

Delen