Abscis Architecten -

Bouwen aan Vlaanderen

Nieuwe bibliotheek voor stadscampus Universiteit Antwerpen

Universiteit Antwerpen (UA) is een jonge instelling. Maar ze kan bogen op een rijk verleden. Het is de bundeling van drie bestaande universitaire centra, die zelf in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw tot stand kwamen. Twee ervan zijn gegroeid uit onderwijsinstellingen die al in 1852 opgericht werden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de universiteit over een gediversifieerd gebouwenpatrimonium (van eeuwenoud tot gloednieuw) beschikte en over een uitgebreide bibliotheek.

In de tijd van de drie instellingen kon je toegepaste economische wetenschappen studeren in Antwerpen-Centrum en op de Middelheimcampus. Wie voor Germaanse filologie koos moest eerst twee jaar stadscentrum doen en dan twee jaar Wilrijk. Dit impliceerde dat boeken en tijdschriften over dezelfde onderwerpen ofwel slechts kilometers van elkaar beschikbaar waren, ofwel in meerdere exemplaren moesten worden aangekocht. Met die ingewikkelde situatie is nu komaf gemaakt. Alle studierichtinqen zijn op een campus gebundeld. De humane wetenschappen (rechten, economie, taal- en letterkunde, politieke en sociale wetenschappen) zijn gebundeld op de stadscampus, in de oude binnenstad. Het centrale gebouw is er het Hof van Liere of Prinsenhof, waarven de oudste gedeelten uit de zestiende eeuw dateren. Dit complex telt enkele monumentale binnenplaatsen die de vergelijking met Oxford kunnen doorstaan. De keuze om de publiekstoegang van de nieuwe bibliotheek onder een van de zuilengalerijen onder te brengen was dan ook verantwoord. De architecten lieten zich hiervoor inspireren door de monumentaliteit van de Leuvense universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein. De bestaande ingang langs de Prinsstraat is gedegradeerd tot dienstingang.

BUNDELING

De bestaande hoofdbibliotheek van deze campus was nog erg recent. Ze opende de deuren begin jaren tachtig. Ze werd ondergebracht in een nieuwbouw, gedeeltelijk achter een nieuwe gevel, gedeeltelijk achter de beschermde en gerestaureerd gevel van een voormalig klooster. De faculteits-, seminarie- en andere bibliotheken lagen her en der verspreid over de campus. Die bibliotheken zijn nu allemaal in een complex gecentraliseerd samen met de kantoren van de faculteit rechten. Met het oog hierop had de universiteit de aanpalende gebouwen van Fotogravure De Schutter aangekocht. Die waren in verschillend fasen tot stand gekomen en vorrnden een onduidelijke opeenvolging van ruimtes, gangen en trappen. Het vormde een zeer gesloten geheel. Langs de Venusstraat waren de vijf gevels beschermd als stadsgezicht, maar de tuinen waren volledig dichtgebouwd met voornamelijk industriële gebouwen. De beschermde gevels van De Schutter werden gerenoveerd en opnieuw bepleisterd, een deel van de gebouwen werd afgebroken "Zo creëerden we een nieuw binnenplein en realiseerde we een belangrijke nieuwe ontsluiting van de bestaande universitaire gebouwen naar de straat. Dit verhoogt tevens het campuskarakter van de hele site," zegt architect Piet Van Cauwenberghe. "Naargelang de functie en de orientatie van de ruimtes zijn de gevels vrij gesloten of net zeer transparant naar het binnenplein. De beglazing voor het studentensecretariaat en de krantenzone van de bibliotheek nodigen uit, de roosters voor de leeszalen filteren licht en zicht, smalle ramen geven privacy in de kantoren van de faculteit rechten. "De vroegere magazijnen van De Schutter bleven grotendeels behouden. Waar nodig werden draagkracht ervan verhoogd. Ze zijn wel gestript en kregen nieuwe gevels." De bestaande bibliotheek werd vooral heringericht. Aan de ruwbouw is relatief weinig veranderd. De inzichten over bibliotheken veranderen in de loop der jaren. Toen Henri Van de Velde zijn Gentse boekentoren ontwierp was het nog vanzelfsprekend dat men op elke verdiepinq een personeelslift kon plaatsen. De UA·bibliotheek uit de jaren tachtig was dan weer uitgerust met ruime ondergrondse magazijnen. De studenten moesten in de catalogus een titel opzoeken die aanvragen en wachten tot de bibliotheekmedewerkers hun volgend magazijn tocht plandenden. De universitaire bibliotheken tellen samen ongeveer 1.510.000 volumes, waarvan er sinds de opening van de nieuwe bibliotheek zowat 500.000 in open rek staan.

OPEN REKKEN

"We proberen zoveel mogelijk boeken in open rekken te plaatsen zodat onze lezers meteen zelf hun materiaal kunnen vinden, zegt hoofdbibliothecaris Trudt Noorderrneer uit. "Vandaar ook de keuze voor publiekstoegankelijke compactrekken op een aantal plaatsen. Bovendien zijn steeds meer wetenschappelijke tijdschriften en documeten ook of zelfs alleen elektronisch beschikbaar. Dat geldt nu vooral voor de exacte en toegepaste wetenschappen maar deze trend is ook niet afwezig in de humane wetenschappen. De bibliotheek is geabonneerd op meer dan 10.000 elektronisch tijdschriften." Die evolutie speelde mee in de keuze om een groot aantal lees- en studieplekken in te richten, samen ongeveer 785. We beschikken over een draadloos netwerk, maar de studente en de universiteitsmedewerkers kunnen ook thuis inloggen." Al jaren voor de eenmaking van de universiteit een feit was hadden de bestaande universitaire centra hun bibliotheekcatalogi op dezelfde leest geschoeid en digitaal gebundeld. Dat was praktisch om de verspreide boeken hun nieuwe plaats toe te wijzen en om er mee voor te zorgen dat die grootscheepse verhuisoperetie op ultrakorte termijn kon worden afgerond, tijdens de zomervakantie. Geen enkel boek was langer dan een dag onbeschikbaar. De digital catalogus (ANET) omvat eveneens de verzamelingen van onder meer de Antwerpse stadsbibliotheek, de Universiteit Hasselt, het Antwerps Havenbedrijf het Stadsarchief en diverse hogescholen musea en andere instellingen. Veel van deze bibliotheken bevinden zich eveneens in het Antwerpsstadscentrum. Het gebundelde aanbod van ANET kan de vergelijking met de universiteitsbibliotheken van Leuven en Gent gemakkelijk doorstaan.
Het ontwerp telt vier boven grondse niveaus, op sommige platesen bekroond door een extra dakverdieping . De grote traphal in de centrale circulatieas van de uitgebreide bibliotheek. Alle verdiepingen van de bestaande bibliotheek en de uitbreiding zijn via deze hal bereikbear. Voor de inrichting van de bibliotheek geld de regel: daglicht waar gewerkt wordt: de leeszalen, de open en gesloten studiecellen, de groepswerklokalen, een aantal leslokalen en de vergaderzalen bevinden zich alle aan open ruimtes. In het meest gesloten gedeelte bevinden zich de compactussen. De open boekenrekken zijn gegroepeerd in blokken bij de leeszalen Het gebruik van kleur is gekoppeld aan specifieke functies. De basiskleur is antraciet: vloeren, boekenrekken, stoelen, tafels, lockers, ... Het vaste meubelwerk (balies, studiecellen, kolomomkastingen...)  is afgewerkt in fineer. Enkele felle kleuren komen terug in publieksgerichte functies (belies. zitobjecten in vestiair en krantenleeszone...) en in de eivormige lichtkoepels.De lichtinval wordt verder verzekerd door ruime vides. De lichtinval is indirect, want frontaal zonlicht is één van de grootste vijanden van papier. De boeken en tijdschrijften over algemene onderwerpen zijn onderaan opgesteld, de specifieke vakbibliotheken kregen een plaats op de verdiepingen.
Het behoud – om budgettaire redenen- van de bestaande magazijnen ven De Schutter zorgde wel voor kleine, maar blijvende ongemakken. De plafondhoogte is er beperkter dan in de bestaand bibliotheekgebouwen. Hier en daar waren dan ook enkele trapjes nodig. Verder zou een hoger plafond geschikter geweest zijn voor een goede lichtinval. De daken tonen een afwisseling van platte en hellende vlakken. De platte daken zijn, voor zover ze zichtbaar zijn vanuit de bibliotheek of de bestaande campusgebouwen, ingezaaid met sedum, zodat ze weldra een groen karakter krijgen. Zo krijgt het groen niet alleen ecologisch, maar tevens een esthetische functie.

RESERVE

De meeste kelder van De Schutter, samen goed voor drie ondergrondse nieveaus, kregen nog geen nieuwe bestemming. Ook in de gebruikte lokalen zijn de rekken niet echt volgepropt. “Er is een poging gedaan om zowat een kwart van de beschikbare ruimte te reserveren voor verder groei van de collectie,” aldus Trudi Noordermeer. “In onze bibliotheek hebben ook de kerkarchieven van Sint-Jacob en van de kathedraal een onderkomen gevonden. Sinds de fusie van de drie universiteiten organiseert de UA ook masteropleidingen in de geschiedenis. De aanwezigheid van de kerkarchieven kan misschien thesisstudenten inspireren. Ook De Schutter had een arcadenrij, weliswaar hoger maar ook veel korter dan die van het Prinsenhof. Piet Van Cauwenberghe: “ In de tijd van de drukkerij was die arcade een veredelde parking. Wij hebben hem bij het openbaar domein gevoegd. Langs de binnenkant kreeg hij een glaswand. Daarachter zijn werkruimten voor de studenten rechten ingericht. Onder deze zuilengang zijn een doorsteek naar het binnenplein en de ingang tot de ondergrondse fietsenberging ingeplant.”

RECHTEN

Piet Van Cauwenberghe: “ Een belangrijk aspect voor de kantoren van de faculteit rechten was de vraag om zoveel mogelijk individuele ruimtes te voorzien. Alle kantoren werden zo georganiseerd dat ze aansluiten op één van de twee circulatie-assen én op een van de open ruimten, zodat ze stuk voor stuk daglicht ontvangen. Ook hier is kleur gebruikt met een welbepaalde functie: de wanden langs elk van de assen kregen een specifieke kleur, zodat bezoekers zich hier onveral snel kunnen oriënteren.

Bron: Bouwen aan Vlaanderen

Naar project

Delen