Abscis Architecten -

Bouwen aan Vlaanderen

Strak design brengt spanning op campus Bijloke

De creatieve opleidingen van de Hogeschool Gent hebben dit academiejaar onderdak gevonden op de Gentse Bijlokesite. Tien jaar geleden al werden de plannen voor de verhuis van de Koningklijke Acadmie voor Schone kunsten opgesteld. Maar de renovatie van de Cloquetgebouwen uit de vroegere twintigste eeuw en de bouw van een modern complex aan de Godshuizenlaan man meer tijd in beslag dan verwacht. Met succes heeft architectenbureau Abscis Architecten evenwel oud en nieuw met elkaar verzoend.

Tien jaar geleden kochten we op de Bijlokesite van de Gentse universiteit het gebouw aan de Louis Pasteurlaan,” schetst Yvan Raman,adjunct-directeur directie gebouwen, de geschiedenis. “We beslisten toen om er de kunstenrichtingen van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) te centraliseren. Het KASK was over vijf locaties in Gent verspreid. Om het beheer van de opleidingen te verbeteren en de kruisbestuiving tussen de kunstrichtingen te stimuleren, hadden we het plan opgevat alle richtingen op de Bijlokesite samen te brengen.”

Sinds het begin van dit academiejaar werken de studenten animatie, film, fotografie, grafische vormgeving en tekenen in het complex aan de Louis Pasteurlaan. “Film, fotografie en grafische vormgeving volgen les in de nieuwbouw. Een bewuste keuze; zij hebben nood aan grote en hoge ruimtes. Die zijn er niet in het oude gebouw. De andere kunstrichtingen- tekenen, illustratie en animatiefilm - bevinden zich in de gerenoveerde panden van architect  Louis Cloquet en zijn zoon Norbert.” De zogenaamde Cloquetgebouwen zijn slechts een deel van de historische Bijlokesite. Ze bevinden zich aan de Louis Pasteurlaan en de Godshuizenlaan. Het Pauligebouw langs de Jozef Kluyskensstraat is eveneens eigendom van de Hogeschool Gent, maar vormde geen onderdeel van het bouw- en renovatieproject, evenmin als het Gentse stadsmuseum STAM of de concertzaal Bijloke verder op de site. Dat zijn allebei eigendommen van de stad Gent.

MASTERPLAN

“Toen de Cisterciënzer zusters de Bijlokeabdij begin deze eeuw definitief verlieten, werkte de stad Gent een masterplan uit en besliste het stadsbestuur de site uit te bouwen tot een centrum voor kennis en cultuur,” leggen vennoot Piet Van Cauwenberghe en projectarchitect Marnix Lambrey van architectenbureau Abscis Architecten uit. “We werden toen aangetrokken voor de opmaak van een  stedenbouwkundige studie. We hebben toen, in overleg met de stad Gent, de zones aangeduid waar nog nieuwbouw mogelijk was. Daarnaast vonden we dat de site ontsloten moest worden. Alle deuren en hekkens moesten open. De Bijlokesite moest weer deel uitmaken van het stedelijk weefsel. Daarin zijn we overigens goed geslaagd.”

Het project van de Hogeschool Gent stond los van de stedenbouwkundige studie en bestond uit twee delen: het optrekken van een nieuwbouw en de renovatie van de oude gebouwen. “Toen we de gebouwen tien jaar geleden kochten, verkeerden die in een zeer slechte staat,” herinnert Raman zich. “Abscis Architecten voerde een historische studie uit en besloot om enkel de gebouwen van architect Louis Cloquet en zijn zoon Norbert te behouden. De later aangebouwde uitbreidingen in het binnengebied lieten we slopen, waardoor ruimte vrij kwam voor de nieuwbouw.”

Het weghalen van de historisch weinig waardevolle uitbreidingen zorgde overigens voor extra natuurlijk licht in de pandgang van het overgebleven erfgoed. “De gang vormt nu één van de circulatielijnen op de Bijlokecampus. Daarnaast zijn er ook wandelpaden die het terrein dwarsen en de nieuwbouw met de rest van het Bijlokegebied verbinden. In de nieuwbouw verbindt dan weer een ‘zwevende pandgang’ op de eerste verdieping de drie units waaruit het modern complex bestaat,” leggen de architecten uit.
De paden spelen een sleutelrol in de ontsluiting van de Bijlokesite. “Dankzij deze interne looproutes maakt de hogeschoolcampus opnieuw deel uit van de Bijlokesite en van de stad,” klinkt het bij Abscis architecten. “We haalden hiervoor inspiratie uit andere universiteitscampussen. Heel vaak worden in binnen- en buitenland campussen immers op zo’n manier ontworpen dat ook niet-studenten er doorheen kunnen wandelen.”

RENOVATIE CLOQUETGEBOUWEN

“Aan de oude gebouwen hebben we niet zoveel gewijzigd,” zeggen Van Cauwenberghe en Lambrey. “We keerden terug naar de oorspronkelijke plannen van de Cloquets en gebruikten de ruimtes zoals ze  zich aandienden.” Raman vult aan: “We kozen voor een zachte restauratie. De structurele ingrepen bleven beperkt. Pas na een consolidatie en de herstellingen volgde een vernieuwing met recuperatiemateriaal. In laatste instantie opteerden we ook voor nieuw materiaal.”

“Monumentenzorg heeft streng toegekeken op de renovatie,” weten de architecten van Abscis Architecten. “Deze administratie is toegeeflijk geweest wat betreft de afbraak van het binnengebied, maar haar houding was conservatief als het ging om de overgebleven gebouwen. Zo is het enkel ‘getrokken’ glas  behouden, hoewel dat inzake energieefficiëntie en geluidsisolatie niet de beste keuze was. Ook de oude raamkaders moesten we behouden, of zelfs opnieuw aanmaken. Vanuit isolatiestandpunt een zeer ingrijpende beslissing. Het oud anatomisch auditorium moest eveneens blijven.” De hogeschool heeft de ruimte intussen ‘de cirque’ gedoopt, maar weet verder niet goed wat ermee aan te vangen.

GEEN ENSCENERING

“Aan de buitenkant is de restauratie zeer grondig uitgevoerd. Maar de gevel hebben we niet gezandstraald of met een andere techniek gereinigd. Enkel de voegen lieten we vervangen. Toch heeft dit een goed resultaat opgeleverd,” zeggen Van Cauwenberghe en Lambrey. “De daken, alle ornamenten en de kroonlijstennamen we ook onder handen. Maar we hebben niets ‘oud nieuw’ gebouwd. Alle ontwerpen van vandaag zijn hedendaagse architectuur.”

Zo bevinden zich in de Cloquetgebouwen naast de oorspronkelijke deuren ook zware hedendaagse deuren. “Om akoestische redenen,”geven de architecten aan. “Achter die deuren bevinden zich geluidsstudio’s. Alle nieuwe deuren bestaan uit recente materialen.We willen immers niet liegen. Een restauratie is geen synoniem voor het ensceneren of voqueren van een verleden dat er nooit geweest is. Neen, je vertelt de waarheid over het verleden en de evolutie van het gebouw. Daarom bestaan alle nieuwe openingen uit eigentijdse vorm en  afmetingen.”

“Voor de aandachtige lezer is het perfect afleesbaar wat oud en wat nieuw is. Maar voor de gebruiker die niet kijkt, zijn de verschillen niet hinderlijk. Want het is niet zo dat we een verhaal willen brengen dat iedereen uit zijn evenwicht brengt. De restauratie is er, maar discreet. Het is een verhaal van de evolutie,” aldus Abscis Architecten.

STRAKKE NIEUWBOUW

“De nieuwbouw contrasteert sterk met het historische gebouw. We kozen voor een strakke en beheerste vormgeving met heel veel beton en glas die beantwoordt aan de hedendaagse noden en comfort,” zegt Raman. “Het bestaat uit een gebouw dat vastgeklonken is aan het oude Cloquetgebouw en drie units waarvan de gelijkvloerse verdieping een overdekte buitenruimte is. In de nieuwbouw bevinden zich naast de werkateliers een polyvalente ‘Zwarte Zaal’ en een moderne filmstudio.”

“De drie units bestaan grotendeels uit glas, terwijl de nieuwbouw aan het Cloquetgebouw bezet is met roosters,” schetsen de architecten. “Je kunt het ene zien als ‘massa’ en het andere als ‘transparant’. Maar de roosters hebben ook een praktisch nut. Ze zijn een vorm van zonnewering, laten gefilterd licht binnen en scheppen eenheid in het uitzicht. Achter de roosters bevinden zich immers ramen die zeer toevallig en geaccidenteerd in de gevel bevinden.”

“De structuur van de nieuwbouw is zeer flexibel en leent zich tot veel meer functies.  Eigenlijk hebben we lofts met grote afmetingen ontworpen die de hogeschool zelf kan invullen. Op die manier laten we evolutie toe en zijn wijzigingen in gebruik mogelijk.”

Die flexibiliteit speelde al een rol tijdens het bouwproces, want de architecten moesten hun ontwerp regelmatig aanpassen aan de wensen van de hogeschool. “Het administratief gedeelte is uiteindelijk een tekenklas geworden en de voorziene donkere kamers werden eerst afgeschaft. Later werd er toch nog eentje toegevoegd,” geven de architecten als voorbeelden mee.

DECENNIUM

Het hele project heeft ruim tien jaar in beslag genomen. “Een eerste bouwvergunningsaanvraag werd in 2002 ingediend. Door technische obstakels en een vermindering van het nieuwbouwvolume - drie units in plaats van de oorspronkelijke vier - hebben we de vergunning uiteindelijk pas in 2005 ontvangen”, zegt Raman. “Dat vinden we heel lang, datmag best geweten zijn.” Ook de bouw zelf duurde langer dan gepland; en kostte meer dan begroot. “De nieuwbouw zat op schema, maar tijdens de restauratie doken onverwachte problemen op, wat eigen is aan een restauratie,” zegt het architectenbureau.

Doordat het project een decennium in beslag genomen heeft, werd Abscis Architecten regelmatig geconfronteerd met een generatieconflict bij de opdrachtgever. “We hebben een gebouw ontworpen voor studenten, lectoren en een directie die er vandaag niet meer zijn. Zelfs de algemeen directeur is intussen vervangen. Maar vanuit hedendaagse visies worden beslissingen van toen beoordeeld. En aangezien de opdrachtgevers van toen er niet meer zijn, vraagt de hogeschool zich soms af waarom we sommige zaken ontworpen hebben. Wijzingen aanbrengen was echter niet altijd even gemakkelijk. Het ontwerp is goedgekeurd, de bouwvergunning is afgeleverd en aanpassingen kosten geld.”

De campus is sinds begin dit academiejaar in gebruik. De studenten en lectoren boeken hun weg en zorgen zelf voor de aankleding. De architecten zijn blij met de omvorming van een homogeen negentiende-eeuwse architectuur naar een geheel met een portie gezonde spanning dankzij de inbreng van enkele strakke volumes. Enkel de tuin moet nog aangelegd worden. “We hebben die opdracht doorgespeeld aan onze opleiding landschapsarchitectuur. Die kan zich eens laten gaan. Benieuwd wat daar uit zal komen,” besluit Raman.

Bron: Bouwen aan Vlaanderen, 2010

Naar project

Delen